Wie heeft de eerste auto uitgevonden?
Het algemeen aanvaarde antwoord is Karl Benz, uit Duitsland, en de medewerkers van het bedrijf dat uit zijn naam is voortgekomen, Mercedes-Benz, worden nooit moe je dat te vertellen.
Als je echter in het Mercedes-Benz museum in Stuttgart staat, is het zowel een moment van ontzag als van teleurstelling om ‘s werelds eerste auto in het zicht te zien. De term “paardloze koets” uit die tijd lijkt inderdaad toepasselijker, maar het is Benz’ voertuig, gepatenteerd in 1886, dat de eer krijgt de eerste auto ooit te zijn, hoewel andere wegvoertuigen vele jaren aan zijn werk voorafgingen. Gelukkig is de veiligheid in auto’s over de jaren van tijd vooruit gegaan.
Waarom is dat zo en verdient Benz de eer die hij krijgt voor het bouwen van ‘s werelds oudste auto?
Brandstof voor de controverse over de eerste auto
Men zou natuurlijk kunnen aanvoeren dat een absurd getalenteerd genie, bij zijn vrienden bekend als Leo, Benz honderden jaren voor was met het ontwerpen van de eerste auto.
Onder de vele ongelooflijke uitvindingen van de grote Leonardo da Vinci was een ontwerp voor het eerste zelfrijdende voertuig ter wereld (geen paarden nodig). En als het gaat om de meest gangbare moderne auto’s die we nu kennen, miste zijn auto iets vitaals waarop die van Benz wel kon bogen: de eerste verbrandingsmotor, en dus de eerste benzine auto.
Het is het gebruik van die brandstof en dat motorontwerp dat het uiteindelijk won in de race om ‘s werelds eerste paardloze rijtuigen, en waarom de Duitser de eer krijgt, ondanks het feit dat de Fransman Nicolas-Joseph Cugnot al in 1769 het eerste zelfrijdende wegvoertuig bouwde, eigenlijk een tractor met drie wielen voor gebruik door het leger. Ja, hij kon maar zo’n 4 km/u en het was niet echt een auto, maar de belangrijkste reden waarom hij niet de status van een begrip heeft gekregen, is dat zijn apparaat op stoom liep, waardoor het meer op een trein over land leek.
Natuurlijk is het belangrijk op te merken dat Karl Benz ook niet de eerste was die de motor bedacht. Al in 1680 kwam de Nederlandse natuurkundige Christian Huygens met het idee voor een verbrandingsmotor, en het is maar goed dat hij die nooit heeft gebouwd, want zijn plan was om hem met buskruit aan te drijven.
En zelfs Karl Benz kreeg hulp van Gottlieb Daimler, die in 1885 de eerste moderne motor ter wereld ontwierp, met een enkele verticale cilinder en benzine-injectie via een carburateur. Hij maakte er zelfs een soort auto van, de Reitwagen. Zijn motor leek sterk op de ééncilinder tweetakt benzinemotor die het voertuig zou aandrijven waarop Karl Benz het jaar daarop patent kreeg.
Om de oude Karl recht te doen, patenteerde hij ook zijn eigen bougies, versnellingssysteem, gas ontwerp en een radiator.
Hoewel de oorspronkelijke Benz Patent Motorwagen een driewielig vervoermiddel was dat precies leek op een paardenwagen uit die tijd, met het paard vervangen door een enkel voorwiel (en twee enorme, maar spichtige wielen aan de achterkant), verbeterde Benz het ontwerp al snel tot een echte auto met vier wielen in 1891.